
09 okt Terugblik Q3 2025
“Hooggespannen verwachtingen kregen de overhand.”
Beleggers waren in het afgelopen derde kwartaal in een goede stemming. Zij zagen de waarde van hun portefeuilles over het algemeen stijgen naar het hoogste niveau van 2025. Wat dit gegeven voorspelt voor het vierde kwartaal, leest u verderop bij onze strategie.
Maar laten we eerst stilstaan bij de feiten en macro-economische ontwikkelingen in het vorige kwartaal.
Groei economie en renteverlagingen
Aan het einde van het derde kwartaal bleek uit definitieve cijfers over het tweede kwartaal dat de economie in de V.S. nog harder was gegroeid (3,8% op jaarbasis) dan aanvankelijk gedacht. Op dat positieve cijfer werd op dat moment negatief gereageerd, omdat daarmee de kans op een verdere renteverlaging door de FED werd verkleind. Toch waren aan het einde van het kwartaal de analisten ervan overtuigd dat de rente verder verlaagd zou worden. FED-voorzitter Powell gaf dat in zijn optreden na de eerste renteverlaging van dit jaar in september al aan. Hij wilde daarmee de markt een richting geven. Hij was niet de enige die in de afgelopen periode de beleidsrente heeft verlaagd. Op 29 september stond de teller op 168 renteverlagingen van centrale banken wereldwijd over de afgelopen twaalf maanden.
In Europa was de groei van de economie overigens een stuk minder uitbundig dan in de V.S., maar er waren al wel signalen dat het de goede kant op gaat met de bedrijvigheid, vooral dankzij herstel in Duitsland.
Inflatie en werkgelegenheid
In Europa was de kerninflatie stabiel op het gewenste niveau en in de V.S. iets daarboven (2,9%). De consumentenprijzen in de eurozone liepen in september met 2,2% licht op, maar de kerninflatie en producentenprijzen niet. In de V.S. heeft de FED een dubbel mandaat van prijsstabiliteit én maximale werkgelegenheid. Voor dat laatste zagen we de cijfers, ondanks het uitzetten van werkende illegalen, in het afgelopen kwartaal duidelijk verslechteren. Dat gaf Powell de mogelijkheid om toch een aantal renteverlagingen in het vooruitzicht te stellen.
AI-hype en FOMO
Misschien wel de grootste aanjager van alle positiviteit op de financiële markten was de groei van het geloof in de toegevoegde waarde van Artificiële Intelligentie (AI). Het toekomstig gebruik van AI zou de productiviteit van bedrijven moeten verbeteren en kosten kunnen verlagen. Dit zou dan de winstgevendheid van bedrijven kunnen verhogen, zo was de gedachte. Daarnaast zorgden de renteverlagingen al voor een toename van de geldhoeveelheid in de economie en op de financiële markten. Bovendien waren er met name vanuit Europese overheden plannen om te investeren in infrastructuur en defensie. Ook nam de verwachting toe dat de regering in de V.S. richting de aanstaande tussentijdse verkiezingen in 2026 de belastingen zal verlagen. Om van al deze positieve vooruitzichten mee te profiteren, moest men natuurlijk wel belegd zijn én blijven in bedrijven die van deze ontwikkelingen direct of indirect profiteren. Men heeft daar de term FOMO (fear of missing out) voor bedacht.
Beleggers niet onder de indruk van geopolitieke spanningen
De nog steeds actuele geopolitieke spanningen leken in het afgelopen kwartaal steeds meer te wennen. Er waren relatief weinig veranderingen aan het “front”. Alle geopolitieke ellende bleef, ondanks verwoede pogingen van president Trump, wat het was. Ook de zorgen over de invoerheffingen leken gedurende het kwartaal naar de achtergrond te verdwijnen door steeds weer relatief positieve cijfers over met name de Amerikaanse economie.
Purchasing Manager Indices (PMI)
Uit de cijfers met betrekking tot de Europese inkoopmanagers bleek dat de economie in het afgelopen kwartaal is gegroeid. Met name in de dienstensector vond groei plaats. De verwachtingen voor de komende 6 tot 9 maanden waren positief ondanks de wat somberdere vooruitzichten voor de maakindustrie. In september stond de samengestelde index voor de eurozone op het hoogste niveau van de afgelopen 16 maanden. Ook in de Verenigde Staten en met name China kon men uit de laatst gepubliceerde cijfers opmaken dat de angst voor een recessie voorlopig naar de achtergrond is verdwenen.
Aandelen
In het derde kwartaal hebben beleggers in aandelen een mooi rendement gerealiseerd. De verwachting van verdere renteverlagingen in de V.S. leidde ertoe dat de aandelenkoersen verder opliepen. In het verleden hebben renteverlagingen (zolang ze niet tijdens een recessie plaatsvinden) altijd goed uitgepakt voor aandelenbeleggers. Over het afgelopen kwartaal werden ook de winstgroeiverwachtingen voor bedrijven verhoogd. Dit rechtvaardigde, volgens beleggers, hogere aandelenkoersen. Tot slot was de aanhoudend sterke groei van AI een krachtige aanjager van de aandelenrally. In het afgelopen kwartaal waren het vooral de aandelen in de Opkomende Markten, waaronder China, die het hardst opliepen. In deze landen is tot op heden dit jaar ook het hoogste netto rendement gerealiseerd.
Obligaties
Op de obligatiemarkten was het relatief rustig. In Europa zagen we de rente op Franse staatsleningen oplopen als gevolg van de politieke puinhoop in dat land. In de V.S. liepen de lange rentes wat terug. In Europa stegen ze licht, maar per saldo niet materieel. Dit leidde tot licht positieve rendementen op staatsleningen. Bedrijfsleningen noteerden betere rendementen. De oorzaak hiervoor was de verminderde angst voor een recessie en daarmee het lagere risico op wanbetaling. De kredietopslagen namen af, en de koersen van de obligaties liepen iets op. Het zijn dit jaar (nog) geen fantastische rendementen voor obligatiebeleggers, maar het was tot op heden net voldoende om de inflatie te compenseren.
Grondstoffen
Wat voor rendement realiseerde de belegger in grondstoffen? Omdat de onderliggende waarde zo divers is, was dat sterk afhankelijk van de specifieke grondstof waarin men belegd had. Zo was goud ook in het afgelopen kwartaal weer de grote winnaar en werden het ene na het andere record verbroken. Zelfs zilver steeg langzaam naar het hoogste niveau dat ooit gemeten is in 1980. De belangrijkste reden voor deze prijsstijging is gelegen in het feit dat een deel van de beleggers minder vertrouwen had in valuta en dan met name de US Dollar. Dit was het gevolg van de steeds verder oplopende staatsschuld van de V.S. en het “bijdrukken” van wat men fiat-geld noemt. Ook specifieke landen, zoals China, willen minder afhankelijk zijn van de US Dollar en kochten daarom goud. Aangezien de vergoeding op opgepotte valuta als gevolg van renteverlagingen steeds verder terugliep, werden grondstoffen (die überhaupt niets opleveren) relatief gezien aantrekkelijker. De olieprijs stond aan het einde van het derde kwartaal lager dan op 1 januari van dit jaar. Ondanks alle onrust in de wereld noteerde olie zelfs meer dan 10% lager dan precies een jaar geleden. Voor consumenten, bedrijven en volgers van de inflatieontwikkelingen was dat een mooie opsteker.
Valuta
De US Dollar is in het afgelopen kwartaal licht in waarde gedaald ten opzichte van de Euro. Dat bracht de daling voor heel 2025 op 30 september op ongeveer 11,5%. Ook ten opzichte van een mandje met meerdere valuta is de US Dollar gedaald. Dit verbeterde de concurrentiepositie van Amerikaanse bedrijven die afhankelijk zijn van export, maar zorgde ook voor import van inflatie. China, dé grote concurrent, zag de waarde van zijn munt dit jaar “slechts” 2,5% appreciëren ten opzichte van de US Dollar.
Beleggers in Europa hadden door de waardedaling een direct nadeel op het totale rendement indien zij hadden geïnvesteerd in Amerikaanse bedrijven die in US Dollar noteren.
Strategie
In het afgelopen kwartaal is in de meeste beheerportefeuilles een aantal aanpassingen gedaan. Dit had enerzijds te maken met het “rebalancen” van portefeuilles. Zoals al eerder in de afgelopen terugblik geschreven, hebben we in april, na de forse daling van aandelenkoersen, het aandelenbelang in de portefeuilles opgebouwd naar de oorspronkelijke verhouding binnen het beleggersprofiel. Afhankelijk van dit profiel hebben we in de maanden erna de posities weer afgebouwd en daarmee de winst genomen en veiliggesteld in vastrentende waarden. Anderzijds hebben we, na goed overleg met de fondsmanagers en grondig onderzoek, afscheid genomen van een tweetal investeringen in aandelen. De vrijgevallen middelen hebben we opnieuw geïnvesteerd in aandelen in dezelfde regio, maar met een betere spreiding en een lager risicoprofiel.
En dan komen we graag terug op wat het actuele positieve rendement zou kunnen impliceren voor de rest van het jaar. Historisch gezien is september de slechtste maand voor aandelenbeleggers. Die hebben we gehad. Het laatste kwartaal van het jaar is daarentegen de beste periode voor aandelenbeleggers. Sinds de oprichting 97 jaar geleden is de S&P 500 met gemiddeld 2,1% per kwartaal gestegen. Voor het vierde kwartaal alleen is dat gemiddelde 2,9%. Bespoke Investment Group berekende dat als de index op 1 oktober year-to-date in de plus stond, het gemiddelde voor het vierde kwartaal een stijging van 4,4% was. Van de bijna honderd jaar kenden er circa tachtig een positief vierde kwartaal.
Wij hebben voor de komende periode, mede door het nog niet overdreven positieve sentiment, vertrouwen in een verdere koersstijging van aandelen. Maar we weten ook dat geen enkele groeicurve eeuwig duurt en zijn daarom op onze hoede. Door de opgelopen waarderingen ligt de lat steeds hoger en is teleurstelling het grootste risico. Bij verdere koersstijgingen zullen we de portefeuilles opnieuw rebalancen en winsten afromen. Dan kunnen we op latere tijdstippen weer bijkopen als we in een dip zitten. We blijven volledig belegd en zullen afhankelijk van de omstandigheden regelmatig bijsturen. Bedankt voor uw vertrouwen.