Terugblik Q3 2020

Staat de beurs te hoog?

Of “de beurs” te hoog staat is een vraag die continue leeft bij een groot deel van de beleggers. Voor sommigen een dagelijkse vraag en voor anderen een paar keer per jaar. De vraag stellen is hem beantwoorden. Nee. In de stand van de beurs zit in principe alle informatie verwerkt, zelfs verwachtingen. Een betere vraag zou zijn of de beurs in de komende periode stijgt of daalt. Wat zijn de verwachtingen van beleggers en investeerders? Welke informatie zorgt in de komende periode voor een beweging op de financiële markten? Op het moment dat deze informatie meevalt ten opzichte van de consensus verwachting, loopt de beurs op en vice versa.

In het afgelopen kwartaal waren er voldoende redenen om vooraf niet al te hoog gespannen verwachtingen te hebben. Allereerst (natuurlijk) de halfjaarresultaten van de beursgenoteerde bedrijven. Hoe zijn zij het jaar gestart? Maar met name ook, wat was de impact van de uitbraak van het Covid-19 virus in het tweede kwartaal? De verschillen tussen de resultaten van de diverse bedrijven en bedrijfstakken konden bijna niet groter zijn dan over de afgelopen periode. Er wordt al steeds vaker gesproken over bedrijven van de oude en bedrijven van de nieuwe economie.

En zo waren er bedrijven die gesteund of zelfs gered moesten worden door (tijdelijke) steunmaatregelen van de overheid. Maar waren (en zijn) er ook bedrijven met een sterke competitieve positie, weinig schulden, veel cash en vaak terugkerende inkomsten die welvoeren bij de nieuwe situatie. Hier komen we later op terug.

Andere zorgen waren de invloed van Trump op het internationale economische systeem, de stijging van het aantal werklozen in met name de dienstverlenende sectoren en de internationale (handels)beperkingen als gevolg van plaatselijke en gedeeltelijke “lockdowns”.

Om de pijn te verzachten zijn overheden, goedkoop gefinancierd door centrale banken, al in het tweede kwartaal overgegaan tot het ondersteunen van bedrijfstakken. Deze steunpakketten hebben tot op heden positieve invloed gehad op de economie en de financiële markten. Daarnaast hebben centrale banken tot op heden iedere keer aan de verwachtingen van beleggers voldaan of hebben zij deze overtroffen. Ook hier gaat het om het “managen” van verwachtingen. Dat wordt ook wel de “forward guidance” genoemd. Uiteraard is er altijd de discussie waar het geld het hardst nodig is en hoe groot de omvang van de steun zou moeten zijn. Maar een van de grootste zorgen van beleggers aan het eind van het derde kwartaal was hoe lang de overheid en centrale banken hiermee door zouden gaan. En wat de omvang van de steun dan zou zijn. De economische cijfers moesten dus niet al te snel verbeteren want dan zou het kunnen dat de ondersteunende regelingen zouden worden versoberd of zelfs gestopt. En zo hadden we er voor de korte termijn een nieuwe zorg bij.

Een veel gebruikte indicator om de verwachtingen te peilen is de inkoopmanagersindex. Inkopers zijn een van de eerste schakels in het bedrijfsproces. Zij geven een aardig beeld van de verwachtingen binnen het bedrijfsleven. Vandaar dat beleggers maandelijks uitkijken naar de publicatie van deze cijfers. In het tweede kwartaal waren deze cijfers al hersteld naar een neutraal niveau. In het derde kwartaal was dit verder verbeterd naar een niveau dat voor de industrie hoger lag dan aan het begin van 2020. In de index voor dienstverlenende sectoren, met onder andere sectoren als luchtvaart, horeca en detailhandel, waren grote regionale verschillen te constateren. In de V.S. stond deze index aan het eind van het 3de kwartaal hoger dan zijn industriële evenknie. Dit gold nog sterker voor de index in China die tegen zijn hoogste niveau ooit stond. In de Eurozone daarentegen was, door het teruggrijpen van overheden op beperkende maatregelen om het coronavirus in te dammen, de index voor de dienstverlenende sectoren weer onder het neutrale niveau gezakt. Om het in het juiste perspectief te plaatsten merken we op dat de V.S. en China de twee grootste economieën in de wereld hebben.

Aandelen
Het, in het 2de kwartaal ingezette, herstel van de aandelenkoersen werd in het 3de kwartaal gecontinueerd. Met name de beurzen in de V.S. en Azië hebben de stijgende lijn doorgetrokken en noteerden, met de dan geldende stand van de EUR/USD, aan het einde van het kwartaal nog maar een kleine min ten opzichte van het begin van het jaar. Begin september werd een tussentijdse top bereikt. Daarna volgde een snelle correctie. Dit was het gevolg van toenemende onzekerheid omtrent waardering, het verdere verloop van de coronacrisis, na een weer toenemend aantal besmettingen in een aantal regio’s, en het verloop van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

En dan komen we nog even terug op de grote verschillen tussen de koersbewegingen van de diverse sectoren en bedrijven. Het gewicht van bedrijven van de nieuwe economie is door de koersstijgingen sterk toegenomen in de indices. Dit betekent dat de koersbeweging van deze bedrijven ook steeds bepalender is voor het gemiddelde rendement. Zo is er de situatie ontstaan dat bedrijven van de oude economie steeds minder bepalend zijn voor de totale rendementen. Op het moment dat de koersen van deze bedrijven weer gaan opveren kunnen we concluderen dat het ergste leed voor de economie is geleden. Helaas zal de gemiddelde index daar tegen die tijd niet zo veel meer van merken als gevolg van de beperkte weging die deze bedrijven nog hebben.

Obligaties
In de vorige terugblik schreven we dat de rust op de obligatiemarkten weer helemaal terug is op het niveau van voor de crisis. Dit gold des te meer voor het 3de kwartaal. De rendementen op staatsleningen bleven in de V.S. op een zeer laag niveau en in Noord-Europese landen zelfs negatief. De kredietopslagen voor bedrijfsleningen, minder kredietwaardige leningen en leningen in de opkomende markten liepen gestaag terug. Dit betekende oplopende koersen van obligaties en vertaalde zich in positieve rendementen voor de zittende belegger. Met name het beleid en de macht van de centrale banken zorgden voor deze stabiliteit op de kapitaalmarkt. We schreven al eerder over de “forward guidance”. Centrale bankiers gaven in het 3de kwartaal aan dat ze de rente voor een langere periode, eventueel meerdere jaren, laag houden. De laatste daad van zowel de centrale bank in de V.S. als in Europa was de toezegging dat in de toekomst de inflatie harder mag oplopen en langer mag aanhouden dan voorheen, waarvan acte.

Vastgoed
Eigenlijk de enige echte dissonant over het 2de en 3de kwartaal is de onderliggende waarde Vastgoed. Hier heeft nog geen herstel van de gemiddeld fors lagere waardering plaatsgevonden. Overigens is zeker niet de gehele sector getroffen. Maar door veranderend, soms noodzakelijk, gedrag werd een deel van de sector stevig geraakt. In het afgelopen kwartaal zagen we dat de eerste vastgoedfondsen en -maatschappijen al maatregelen troffen om hun balans beter op orde te krijgen. Het logische gevolg hiervan was een verminderde verdiencapaciteit en voorlopig mindere winstvooruitzichten. Ondanks de lagere waarderingen is het de vraag of de vooruitzichten voor de beleggers in deze onderliggende waarde wel op korte termijn zullen verbeteren.

Valuta
De Dollar Spot Index van dataleverancier Bloomberg zet de Amerikaanse munt af tegen tien andere munten. In het afgelopen kwartaal is deze index met circa 3,5% gedaald. Ten opzichte van de Euro is de US Dollar in het 3de kwartaal met ca. 4,5% verzwakt. Het was dus met name de US Dollar die het afgelopen kwartaal verzwakte en niet de Euro die sterker werd. Wij schreven eerder dat de consensusverwachting onder analisten is dat de US Dollar verder verzwakt. In het derde kwartaal kwam deze verwachting uit. Wij geven als Alpha Capital zeker hier geen garanties voor de toekomst.

Grondstoffen
In het afgelopen kwartaal heeft de prijs van goud het oude record van 2011 verbroken. De prijs van goud heeft in augustus een aantal dagen boven de US Dollar 2.000,- genoteerd om vervolgens weer wat terug te zakken. Aan het eind van het kwartaal was de procentuele stijging van de goudprijs, gemeten in Euro, slechts 3%. Echter, voor het jaar 2020 blijft goud tot de beste beleggingen behoren met een stijging van circa 20% in Euro. Een investering in olie was daarentegen een van de slechtste beleggingen en ook hier is de prijs in het 3de kwartaal per saldo niet echt van zijn plaats gekomen.

Strategie
Over het afgelopen kwartaal hebben we een continuatie van de eerder ingezette (vaak elkaar versterkende) trends als digitalisering en verduurzaming gezien. Dit heeft geresulteerd in extra animo van investeerders voor bedrijven die van deze trends profiteren. Dit had tot gevolg dat de koersen van de aandelen van deze bedrijven fors stegen. In augustus leek dit zelfs bijna hype-achtige verschijnselen te krijgen waarna er een “gezonde” correctie plaatsvond. Zoals al eerder gememoreerd hebben de opkomende markten, en dan met name China, waarbij het de vraag is of dat als 2de economie in de wereld nog wel een opkomende markt is, zich bovengemiddeld hersteld van de eerdere forse daling in het jaar. Al in het 2de kwartaal hebben we in de vermogensbeheerportefeuilles aanpassingen gedaan die uw belegde vermogen extra laten profiteren van de huidige trends. En in het 3de kwartaal hebben we een aantal aanpassingen gedaan om in de opkomende markten (extra) te profiteren van het positieve(re) sentiment.

Daarnaast hebben ook de minder kredietwaardige leningen, waar we in de vermogensbeheerportefeuilles relatief meer in belegd hebben omdat “veilige” staatsleningen voor de lange termijn niet renderen, een inhaalslag gemaakt.

Met name in de hogere profielen hebben de portefeuilles in het 3de kwartaal een relatief goed rendement gerealiseerd. Wij blijven de portefeuilles aanpassen aan trends. Daarnaast blijven we scherp op kosten en staan we direct in contact met aanbieders en uitvoerders van interessante beleggingsmogelijkheden. Ook de strategie van “rebalancing” heeft dit jaar tot op heden een positieve bijdrage aan het totale rendement gegeven. Dit alles geeft ons vertrouwen voor de lange termijn.

En dan tot slot de vraag of de beurs te hoog staat. De lijst met, al dan niet terechte, zorgen blijft aanwezig. In het 4de kwartaal krijgen we onder andere te maken met de presidentsverkiezingen in de V.S., de tweede coronagolf, de huidige ontslaggolf en tegenvallende banengroei én het slotstuk (?) van de Brexit tragedie. Uit een enquête van vermogensbeheerder Actiam blijkt dat bijna 60% van de Nederlandse beleggingsprofessionals voor het komende halfjaar een daling van de AEX verwacht. Niet
al te hooggespannen verwachtingen dus.

Zolang het pessimisme aanhoudt is er nog voldoende potentie om de verwachtingen te overtreffen en
dus voor een verdere stijging van de beurs. Blijf daarom belegd.