Terugblik Q2 2023

“Tussen hoop en vrees”

Een bekende en veel gebruikte beurswijsheid luidt als volgt: “Bull markets climb a wall of worry”, waarover later meer. Het afgelopen kwartaal nam de vrees voor een recessie eerst af om vervolgens aan het einde van het kwartaal weer toe te nemen. Hierbij zagen we een duidelijk verschil in snelheden van de groei van de economie per regio. In de V.S. was er nog geen sprake van een recessie (onder andere omdat een recessie daar anders gedefinieerd wordt) en verwachtte men deze pas op zijn vroegst in 2024. In Europa waren er belangrijke landen als Duitsland die er al midden in leken te zitten al was het mild. En in China was er volgens onze normen absoluut geen sprake van een recessie maar was er de angst dat de door de overheid gewenste groei van circa 5% niet zal worden gerealiseerd dit jaar.

In het afgelopen kwartaal hebben de centrale bankiers in de ontwikkelde landen de korte beleidsrente verder verhoogd. Dit heeft in Europa geleid tot een rente van 3,5% en in de V.S. van 5%. De Centrale Bank van de V.S. heeft bij het laatste rentebesluit een keer gepauzeerd met verhogingen. Maar zowel in de V.S. als in Europa gaven de voorzitters van de Centrale Bank in juni aan dat ze verwachten de rente in het lopende jaar nog verder te verhogen. Hiermee nam de recessieangst weer even toe. Met name in Europa is in het afgelopen kwartaal het sentiment bij ondernemers én inkoopmanagers in de industrie significant verslechterd.

Aan de andere kant zien we de inflatie langzaam verder dalen. Dit heeft vooral met het zogenaamde basiseffect te maken. De prijsstijgingen gingen door maar in een gematigder tempo dan een aantal kwartalen geleden. Zo werd er in de afgelopen maanden vaak gesproken over desinflatie. Deze term moeten we niet verwarren met deflatie. Bij desinflatie lopen de prijzen verder op maar in een langzamer tempo. Aan het eind van het kwartaal was de inflatie in de V.S. gedaald tot 4,6% en in Europa tot 5,5%.

In de kantlijn hadden we het afgelopen kwartaal ook weer te maken met aantrekkende geopolitieke spanningen. De afloop van de oorlog in Oekraïne en Rusland werd, voor zover mogelijk, onzekerder door muiterij binnen het Russische leger. En de oplopende spanning tussen de politici van de twee grootste economieën van de wereld deed het sentiment ook geen goed. En dan hadden we nog de sluimerende onzekerheid over de middelgrote banken in de V.S. Deze laaide halverwege het kwartaal weer even op. Aan het einde van het kwartaal leek deze weer verdwenen als gevolg van de positieve resultaten van de jaarlijkse stresstest door de Federal Reserve onder de grote banken in de V.S. Het heeft er uiteindelijk wel toe geleid dat het halverwege het jaar in de ontwikkelde landen duurder en lastiger was om een bedrijfsfinanciering of een hypotheek af te sluiten dan aan het begin van het jaar. Dit zou samen met de renteverhogingen van de centrale bankiers en de door politici opgelegde handelsbeperkingen moeten leiden tot een beperking van de groei van de globale economie. Allemaal met het doel om de inflatie weer naar het gewenste niveau van circa 2% op jaarbasis te krijgen.

Recessieangst of niet. Het beleggersvertrouwen onder Nederlandse beleggers steeg in juni en ook bredere sentimentsindicatoren gaven over de afgelopen maand een duidelijk signaal dat beleggers optimistisch zijn. Misschien wel iets te optimistisch zelfs.

Uit de inkoopmanagersindices voor de maakindustrie bleek over het tweede kwartaal de industriële bedrijvigheid in Europa en de V.S. steeds verder af te nemen. De inkoopmanagersindex van de industrie in de Eurozone is met een niveau van 43,4 zelfs naar zijn laagste stand in de afgelopen 3 jaar gedaald. Dit impliceert een duidelijke krimp van de economische bedrijvigheid in de industrie voor de komende 6 tot 9 maanden. In China steeg de index juist tot iets boven het omslagpunt van 50. De Europese samengestelde index, inclusief bedrijvigheid in de dienstensector, kwam uit op 49,9. Vandaar wellicht de hoop en vrees. Het was sowieso weer opvallend hoe groot in het afgelopen kwartaal de verschillen waren tussen de bedrijvigheid en verwachtingen tussen de maakindustrie en dienstverleners (in de IT sector).

Aandelen
En dan komen we weer terug bij de beurswijsheid die zo van toepassing leek op het afgelopen kwartaal: “Bull markets climb a wall of worry”. Ondanks alle onzekerheid had een belegging in aandelen het beste rendement opgeleverd. Deze koersstijging van aandelen werd overigens absoluut niet breed gedragen.

Met name een beperkte groep grote I.T. bedrijven met een link naar alles dat met Artificial Intelligence te maken heeft, was in het tweede kwartaal gewild bij aandelenbeleggers. Omdat deze bedrijven, door hun omvang, zwaar wegen in de samenstelling van indices hebben ook beleggers met een bredere spreiding over aandelen daarvan meegeprofiteerd. Maar de topper was de Nasdaq 100. Deze door IT bedrijven gedomineerde index realiseerde de grootste stijging in het eerste halfjaar in zijn historie. Pikant detail is dat deze index, ondanks deze formidabele stijging, op 30 juni 2023 nog steeds onder het niveau van 1 januari 2022 noteerde. Dat plaatst de stijging van dit jaar weer even in perspectief.

Obligaties
Nadat de te verwachten rendementen op obligaties over het afgelopen jaar waren genormaliseerd is er in het afgelopen kwartaal niet zo veel veranderd. De lange 10-jaars rentes zijn een fractie opgelopen. Zoals al eerder gemeld zijn de korte rentes daarentegen wel verder opgelopen als gevolg van het gevoerde beleid door de ECB en de FED. Dit heeft geleid tot een nog verdere inverse van de rentecurve. Deze ongebruikelijke rentestructuur zou nog wel eens een tijdje aan kunnen houden gezien de opmerkingen van de voorzitters van de Centrale Banken afgelopen juni. Dat de lange kapitaalmarktrente niet verder opliep, gaf aan dat beleggers nog steeds voorsorteerden op een aanstaande rentedaling verder in de tijd. Hiermee blijft de inverse rentecurve voorlopig een feit. Overigens was door de stijgende korte rente van 5% en gedaalde inflatie van 4,6%, de reële rente aan het einde van het kwartaal in de V.S. weer positief. Dat was al wel normaal. De circa 2% rendement van het eerste kwartaal op een obligatiebelegging bleef na het tweede kwartaal zo goed als ongewijzigd.

Valuta
Ook in waarde van diverse valuta was er weinig beweging in het tweede kwartaal. Na een waardestijging van de US dollar in 2022 zagen we in de eerste helft van 2023 een lichte waardestijging van de Euro ten opzichte van de US Dollar. In het afgelopen kwartaal heeft er in de verhouding van deze twee munten geen noemenswaardige verandering plaatsgevonden. De Chinese Yuan liet dit jaar wellicht tot op heden de opvallendste waardedaling ten opzichte van de US Dollar en de Euro zien.

Vastgoed
Het was weer een eentonig verhaal in het beursgenoteerde goed gediversifieerde vastgoed. Na de sterke daling van vorig jaar was ook de daling over de eerste twee kwartalen van dit jaar weer duidelijk, volgens de schaal van Mock. De tegenwind is in het afgelopen kwartaal nog niet gaan liggen met een negatief rendement voor Europees Vastgoed van circa -5% tot gevolg.

Grondstoffen
Grondstoffenindices stonden aan het einde van het tweede kwartaal overwegend lager dan bij aanvang van 2023. De samenstelling van deze indices wordt voornamelijk gedomineerd door energie en edelmetalen. In het afgelopen kwartaal is de prijs van olie, ondanks eenzijdige productiebeperkingen van Saoedi Arabië, verder weggezakt. Rusland had ook toegezegd minder te gaan produceren maar bleek daar achteraf gezien geen gevolg aan gegeven te hebben. Ondertussen waren er bij de handelaren in olie in het afgelopen kwartaal steeds meer twijfels ontstaan over het tempo van het herstel van de Chinese economie na Corona. Dit was vooral bepalend voor de vraagkant. De goudprijs is in het tweede kwartaal niet veranderd. En omdat de waarde van de US Dollar ook niet heeft bewogen ten opzichte van de Euro en grondstoffen geen cashflow genereren is er in het afgelopen kwartaal door beleggers per saldo geen rendement gerealiseerd op dit edelmetaal. Door de in het afgelopen kwartaal weer verder opgelopen politieke spanningen tussen de V.S. en China werd vrij recent weer meer aandacht besteed aan de zogenaamde zeldzame aardmetalen. Deze metalen, die essentieel zijn voor de productie van bijvoorbeeld semiconductors en de realisatie van de energietransitie, worden vooral gewonnen in China.

Strategie
De eerste helft van 2023 was voor bijna iedere belegger een periode van gedeeltelijk herstel van het verlies van 2022. Zowel obligatie- als aandelenbeleggers hebben de eerste helft van het jaar met een positief rendement afgesloten. Zoals al eerder aangetekend was met name de stijging van de bredere aandelenindices te herleiden naar een beperkte groep bedrijven. Zij zorgden voor de stijging van uw vermogen. Daar kan men van alles van vinden maar zo werkt dat nou eenmaal met beleggen. Men kan vooraf niet voorspellen wat voor de kortere termijn de winnaars en verliezers zijn. Met in en uit de markt stappen, ook al lijkt dat op dat moment zo logisch, wordt sowieso het risico op het niet realiseren van doelstellingen vergroot. Daarom is het van belang om goed gespreid belegd te zijn en te blijven in het meest passende beleggingsprofiel.

Voor de langere termijn kan men wel beredeneren waar de grootste kans is dat waarde wordt gecreëerd en behouden. Daar is soms enige geduld maar vooral discipline voor nodig. Het is van belang om de portefeuilles, binnen het gewenste profiel, zo aan te passen dat de doelstellingen voor de langere termijn worden gerealiseerd. Door portefeuilles te monitoren en weer aan te passen aan de gewenste en voor de langere termijn te verwachten waardecreatie voegt Alpha Capital waarde toe. Zo hebben we in het afgelopen kwartaal in de beheerportefeuilles geen beleggingen in zijn geheel geliquideerd of nieuwe namen aan de portefeuille toegevoegd. We hebben wel, zoals u dat van ons gewend bent, de portefeuilles voor de langere termijn weer in balans gebracht. Dat betekent concreet dat er in diverse profielen een deel winst is genomen op beleggingen in Europa en de V.S. en deze middelen zijn geïnvesteerd in opkomende markten en relatief kleinere beursgenoteerde bedrijven. Deze zijn namelijk achtergebleven bij de gemiddelde stijging van het afgelopen half jaar. In een enkel profiel is zelfs, zij het zeer beperkt, winst genomen op aandelen en zijn deze middelen geïnvesteerd in obligaties. Deze obligaties geven momenteel weer positieve rendementen met een lager risico.

Voor de komende weken zullen de beurzen in het teken staan van bedrijfsresultaten. En daarnaast zal er nog heel veel ander nieuws zijn dat de beurzen in beweging brengt. Laten we hopen dat we de lijn van de eerste helft van het jaar door kunnen trekken en samen de “wall of worry” beklimmen. Dan is het vorige jaar alweer snel vergeten.