Terugblik Q1 2021

Zitten we in een bubbel?

Volgens de “Van Dale” zouden we deze vraag in ieder geval op twee manieren kunnen interpreteren: 1. We hebben weinig of geen contact met de buitenwereld (of andersdenkenden). We zijn geneigd te stellen dat dit de actuele situatie in Nederland is. 2. We zitten in een economische zeepbel. Deze betekenis is lastiger te bevestigen. En we zouden de wedervraag kunnen stellen wat we met een eventueel positief antwoord kunnen? We komen daar later in deze terugblik op terug.

Over economische groeiverwachtingen hebben we het afgelopen kwartaal niets te klagen gehad. In de V.S. zijn deze voor het jaar 2021 halverwege maart door de FED nog een keer naar boven bijgesteld van 4,2% naar 6,5%. Dat percentage ligt daarmee zelfs hoger dan de 6% groei die de Chinese premier voor de Chinese economie verwacht voor 2021. Europa blijft hier helaas wat bij achter. Vrij recent heeft het CPB de groeiverwachtingen voor Nederland zelfs neerwaarts bijgesteld naar “slechts” 2,2% voor dit jaar. Een belangrijke aanjager van de hoge economische groeiverwachtingen zijn de financiële steunpakketten van overheden.

In de V.S. heeft president Biden voor de korte termijn al toestemming gekregen voor een steunpakket van USD 1.900 miljard. Dit is bijna 9% van de totale omvang van de economie van de V.S. Daarbovenop ligt er momenteel het voorstel om voor de langere termijn een steunpakket van meer dan USD 2.000 miljard te realiseren. De economische stimulering heeft hiermee in de V.S. een extra versnelling gekregen sinds het aantreden van de nieuwe president. Europa volgde en heeft ook in de laatste weken van het afgelopen kwartaal de steunaankopen van leningen verder opgevoerd. Desalniettemin vond in Europa de stimulering in beperktere mate plaats dan in de V.S. In China daarentegen hebben we in het afgelopen kwartaal een soort verkrappende maatregelen gezien. De Chinese overheid wil de macht van zijn technologiemagnaten beteugelen, monopolies uitbannen en de “ongereguleerde” uitbreiding van kapitaal aanpakken. De nieuwe plannen voorzien in een focus op kwalitatieve groei in plaats van kwantitatieve groei. Onafhankelijkheid maar zeker ook duurzaamheid zijn steeds belangrijkere thema’s in China.

Maar het belangrijkste thema van het eerste kwartaal was de oplopende kapitaalmarktrente (in de V.S.) als gevolg van oplopende inflatieverwachtingen. Dit zorgde halverwege het kwartaal voor een aarzeling op met name de aandelenmarkten. Het overschot aan liquiditeiten zou de grote boosdoener zijn. Echter, het verleden leert dat met name tekorten de oorzaak zijn van oplopende prijzen (lees: inflatie). In die zin zouden eerder tekorten aan grondstoffen en bijvoorbeeld semiconductors tot inflatie kunnen leiden dan de (te) grote hoeveelheid geld die er in omloop wordt gebracht. Over het algemeen worden tekorten door marktwerking vrij snel opgelost. Bovendien hebben beleidsmakers vrij recent nog aangegeven een tijdelijke periode van verhoogde inflatie te accepteren. De zorg voor inflatie zou er daarom eerder moeten zijn bij degene die zijn/haar geld voor een langere periode op een spaarrekening aanhoudt.

En ondertussen is de pandemie nog verre van voorbij. Nieuwe varianten duiken op en in de Europese Unie wil het niet echt opschieten met vaccineren. Dit staat in schril contrast met het V.K. en ook de V.S. Daar is de verwachting dat op korte termijn het grootste deel van de volwassen bevolking gevaccineerd is. Als markten weer opengaan en we de opgepotte middelen kunnen besteden is dat wellicht een logische verklaring voor het positieve sentiment op de financiële markten. Een bevestiging van dit beeld kregen we door de recente bekendmakingen van de over het afgelopen kwartaal opgelopen Purchasing Manager Indices. Deze indicatoren voorspelden een aantrekkende groei van de economie voor de komende 6 tot 9 maanden. Alle indices, zowel regionaal als sectoraal, toonden over het afgelopen kwartaal een positieve stand dan wel richting. De Nederlandse inkoopmanagers waren nog niet eerder zo enthousiast gestemd met in maart een recordniveau van 64,7.

Aandelen
De eventuele economische bubbel heeft zich in het afgelopen kwartaal op de aandelenmarkten nog niet geëtaleerd. Men kon, ondanks de in historisch perspectief ogenschijnlijk hoge koersniveaus, maar het beste volledig belegd zijn. Aandelen hebben over de volledige breedte een positief rendement opgeleverd. In het afgelopen kwartaal werden de grootste koersstijgingen gerealiseerd door aandelen van bedrijven die profijt hebben van het opengaan van markten. Deze aandelen werden in 2020 minder aantrekkelijke beleggingen bevonden. Tegelijkertijd bleven de best presterende sectoren en regio’s van 2020, maar ook een thema als duurzaamheid, achter bij het gemiddelde nadat ze juist vorig jaar uitzonderlijk goede rendementen hadden gerealiseerd. Of aandelen ook echt hoog genoteerd zijn valt te betwisten. Natuurlijk waren er duidelijke kenmerken van “over-enthousiasme” waar te nemen. Maar zolang dat in de kantlijn van de markt plaatsvindt zal dat, ondanks alle aandacht, nog niet veel effect sorteren. Uit recent gepubliceerde cijfers blijkt dat er in Nederland in 2020 door particuliere beleggers EUR 3,8 miljard extra is belegd. Dat lijkt veel maar er is in 2020 ook circa EUR 70 miljard gespaard.

Obligaties
In het afgelopen kwartaal is met name de Amerikaanse kapitaalmarktrente fors opgelopen. Het hoogste punt van 1,72% werd bereikt op de slotdag van het eerste kwartaal. Op 1 januari noteerde de rente nog 0,92%. De stijging werd nadrukkelijk in verband gebracht met de verhoogde inflatieverwachtingen. De vraag bij dit soort bewegingen is altijd wat nu de oorzaak en wat het gevolg is. Conclusie is in ieder geval dat een investering in obligaties als alternatief voor bijvoorbeeld aandelen ten opzichte van het recente verleden relatief aantrekkelijker is geworden. Wellicht goed om te vermelden dat de kaptaalmarktrente op 1 januari 2020 op een stand van 1,92% noteerde. In Europa hebben we over het eerste kwartaal ook rentestijgingen kunnen waarnemen. Al waren deze meer gematigd. Bovendien hadden we aan het eind van het afgelopen kwartaal bij de Duitse en Nederlandse kapitaalmarktrente nog steeds te maken met een negatieve rente. Een belegger in Europese leningen heeft door de opgelopen rente over het afgelopen kwartaal een negatief rendement gerealiseerd.

Vastgoed
Het gemiddelde rendement op beursgenoteerd vastgoed was over het afgelopen kwartaal positief. Echter, de rendementsverschillen op diverse objecten bleven groot. Ook hier werd in veel gevallen een inhaalslag gemaakt door het in de afgelopen periode minder gewaardeerde vastgoed. Toch blijven delen van de sector door de veranderde omstandigheden met veel onzekerheid omgeven. Dit hoeft niet per definitie negatief te zijn want kan ook kansen bieden. Over een iets langere periode heeft de vastgoedbelegger de minst gelukkige hand gehad.

Valuta
De US Dollar is over het afgelopen kwartaal meer waard geworden ten opzichte van de Euro. Is het dan de US Dollar die relatief sterker wordt of de Euro die zwakker wordt? Ook het Britse Pond is meer waard geworden ten opzichte van de Euro maar ook ten opzichte van de US Dollar. Door de achterblijvende vaccinaties en gematigdere verwachtingen ten aanzien van de economische groei in Europa, was het vooral de Euro die zwakker werd ten opzichte van andere valuta. Een prettige bijkomstigheid voor beleggers met investeringen in notering in deze valuta. Zij hebben in het afgelopen kwartaal extra rendement gerealiseerd. En ook de Europese bedrijven met inkomsten in andere valuta hebben, indien zij het valutarisico niet hebben afgedekt, profijt van een verzwakkende Euro gehad. En als we het dan toch over bubbels hebben. Er zijn cryptovaluta waarvan de koersen in het afgelopen kwartaal wel heel erg hard zijn opgelopen. Wat niet wil zeggen dat dit niet nog een tijd aan kan houden.

Grondstoffen
De olieprijs is weer terug op het niveau van begin 2020. Daar waar er vorig jaar zelfs negatieve prijzen voor termijncontracten waren, werd er in het afgelopen kwartaal alweer gesproken over een prijsstijging naar USD 100,-. De landen vertegenwoordigd in de zogenaamde OPEC+, hebben met succes de productie verlaagd. De voorraden zijn afgenomen en de olieprijs is gestegen. Een aantrekkende vraag naar olie heeft hier ook aan bijgedragen. Of dit evenwicht zo blijft, valt te bezien. Vraag en aanbod zijn lastig te voorspellen doordat allerlei zeer complexe factoren daar van invloed op zijn. Een nog verder oplopende olieprijs is niet in het belang voor de algehele economische groei. Op de huidige prijzen wordt het voor schalie-olieproducenten ook weer aantrekkelijk om te produceren. Hierdoor stijgt het aanbod weer. Maar of de verduurzamende president Biden dat ook toelaat is dan weer een volgende kwestie. In tegenstelling tot de olieprijs is de goudprijs in het afgelopen kwartaal gedaald. Dat zal je altijd zien als in de periode ervoor de prijs fors is opgelopen en de investeerders in goud het podium krijgen.

Strategie

In het afgelopen kwartaal is er een aantal aanpassingen doorgevoerd in onze vermogensbeheer-portefeuilles. We hebben in diverse profielen een beleggingsfonds van Baillie Gifford opgenomen. We zijn, na grondig onderzoek, gecharmeerd geraakt van de aanpak en prestaties van dit fondsenhuis. We zijn we bij de aanpassingen in de portefeuilles onze beliefs niet uit het oog verloren.

Uiteraard hebben we ook vastgehouden aan onze strategie van “rebalancing”. Dit betekent concreet dat wij voor onze relaties in de vermogensbeheerpropositie in de profielen behoudend tot en met groeigericht gedurende het kwartaal risicodragende waarden hebben afgebouwd ten gunste risicomijdende waarden. Hierdoor blijven we volledig belegd en hebben we een deel van de winst in de risicodragende waarden verzilverd. Met het oog op een te zijner tijd onvermijdelijke correctie na een voorafgegane bubbel, is dit een wetenschappelijk onderbouwde en bewezen succesvolle strategie. Zoals we al eerder hebben geconcludeerd is het goed voorspellen van een correctie meer geluk dan wijsheid. Dat wil niet zeggen dat af en toe wat middelen achter de hand hebben niet prettig is. Dat is het wel. Maar om met het “timen” van de markt een hoger rendement te realiseren dan de belegger die in de markt blijft, is absoluut geen zekerheid. Eind 1996 waarschuwde toenmalig president van de FED, Alan Greenspan, na een voortdurende stijging van aandelenkoersen voor irrationele uitbundigheid op de financiële markten, een bubbel dus. Hij kreeg 4 jaar later gelijk. In de tussentijd waren de aandelenkoersen nog veel verder opgelopen. De meeste beleggers hebben niet zo veel geduld en waren al lang op hogere niveaus weer ingestapt. Onze strategie leidt bij het uiteenspatten van een bubbel tot het bijkopen van aandelen (zoals we dat vorig jaar ook hebben gedaan) om de aandelen vervolgens op hogere niveaus weer af te bouwen.